©Kees van der Veer
Gerritshoeve bekijk alle Processen

De vergeten schuur van de Adolfshoeve

Sectie
Erfgoed
Gerritshoeve
Gepubliceerd op

Achter op het erf staat nog een oude houten zwart geteerde wagenschuur uit de beginperiode van de polder. Hoog opgaande bomen en een kleine fruitboomgaard naast de boerderij geven het geheel een lommerrijk aanzien.

Geschiedenis

De Gerritshoeve die centraal staat in dit project maakt onderdeel uit van de boerderij de Adolfshoeve. Pieter Mereboer (1819-1870) uit Abbekerk werd in 1862 de eerst bekende bewoner van de boerderij. Hij kwam met zijn vrouw Maartje Heen en Weer (1825). Op 16 oktober 1870 overleed Pieter. In mei 1872 verkocht de landeigenaar de kavel aan Mr. Jan Pieter Adolf Teding van Berkhout voor ruim ƒ 72.000,-. Op de namenlijst van burgemeester Amersfoordt wordt de hoeve naar hem genoemd; 'Adolf’s Hoeve'. Deze naam is altijd gebleven.

De 1e boerderij zou een stolpboerderij geweest zijn die in 1898 afbrandde. Er werd een nieuwe gebouwd van het Zuid-Hollandse model, een grote hoge landbouwschuur met een kleiner woonhuis ervoor. Een robuuste voorgevel waarbij onder de nok in een halve cirkel de naam 'Adolf’s Hoeve 1898' is aangebracht. In het verleden was het schuurdak nog een niveau hoger, naar het Haarlemmermeerse model voor graanberging. Aangezien dit door de veranderde oogsttechniek overbodig was geworden werd dat extra hoge dak in 1977 verwijderd. Begin 1900 werd een grote serre aan de zuidkant van het woonhuis gebouwd, welke nog te zien is op oude foto's van de boerderij.

Adriaan Cornelis van Nieuwenhuyzen (1858-1921) uit Dinteloord, vestigde zich in augustus 1885 in de Meer samen met zijn vrouw Lijntje Antonetta Burgers (1861-1920) en hun twee kinderen. In hun gezin werden 13 kinderen geboren, doch 6 van hen zouden op jonge leeftijd overlijden. Meeuwis Jacobus van Nieuwenhuyzen (1894-1957) met echtgenote Lijntje Maria Breure (1905-2002), volgde zijn vader op als boer en eigenaar op Adolf’s Hoeve. Het gemengde bedrijf werd omgebouwd tot volledige akkerbouw, met ongeveer 15 werkpaarden. Vee werd er niet meer gehouden, maar wel één koe voor de melk.

Op de achtergrond links is de Gerritshoeve te zien. ©Kees van der Veer
Op de achtergrond links is de Gerritshoeve te zien. ©Kees van der Veer

De naam Adolf’s Hoeve deed in de oorlogsjaren menige voorbijganger de wenkbrauwen fronsen. De naamgever kon natuurlijk niet bevroeden wat deze naam nog eens zou veroorzaken in de wereld. Na het overlijden van Meeuwis heeft zijn weduwe het bedrijf voortgezet tot het huwelijk van zoon Leendert Adriaan van Nieuwenhuyzen (1932-1994) in 1962. Zij werden dan ook de nieuwe bewoners op Adolf’s Hoeve. Inmiddels is de 4e generatie van Nieuwenhuyzen aan getreden in de persoon van Meeuwis (1965). Hij is nu boer op dit 60 ha grote akkerbouwbedrijf met echtgenote Judith van Houwelingen (1963).

De vele bedrijfssluitingen in de omgeving door de aanleg van de Polderbaan en de A5 zijn aan de Adolfs Hoeve voorbijgegaan. Ook de schuur achter de hoeve heeft aan de tijd geleden. Tijd voor het volgende hoofdstuk van dit stukje erfgoed.